Plaatselijke regeling
Plaatselijke regeling
ten behoeve van het leven en werken van de
Gereformeerde Kerk te Nieuweroord-Noordscheschut. (GKNN)
In deze Plaatselijke regeling zijn de nummers van de paragrafen identiek aan de nummers van de ordinanties van de Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland.
Inhoud
Paragraaf Inhoud
Inleiding en vaststelling
1 Samenstelling van de kerkenraad
2.1. Verkiezing van ambtsdragers algemeen
2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen
2.3 Verkiezing van predikanten
- 3 De werkwijze van de kerkenraad
- 4 Besluitvorming
- 5 De kerkdiensten
- 6.1 De vermogensrechtelijke aangelegenheden - kerkrentmeesterlijk
- 6.2 idem, diaconaal
6.3 De vermogensrechtelijke aangelegenheden - begrotingen, jaarrekeningen,
collecterooster
- 6.4 Overige taken van kerkrentmeesters en diakenen
Identiteit en missie
Ondertekening
Inleiding
De Gereformeerde Kerk te te Nieuweroord-Noordscheschut maakt, als zelfstandige Gereformeerde Kerk, deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland.
In haar belijden weet zij zich verbonden met de reformatorische belijdenisgeschriften.
Vaststelling (wijziging)
Deze plaatselijke regeling is vastgesteld door de kerkenraad van de GKNN op 20 december 2018 en treedt met ingang van deze datum in werking.
De gemeente is ‘gekend en gehoord ‘ op de Gemeentevergadering van … november 2018.
§ 1. Samenstelling van de kerkenraad
1.1. Aantal ambtsdragers
De kerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers:
Verplicht minimum (Ordinantie 4-6-3) |
Verplicht minimum (Ordinantie 4-6-3) |
|
|
Predikant Ouderling kerkelijk Werker |
vacature 1. |
|
Ouderlingen |
10. 2. |
|
Ouderlingen-kerkrentmeester |
2. 2. |
|
Diakenen |
6. 3. |
|
Totaal |
19. 8. |
|
|
|
§ 2.1 Verkiezing van ambtsdragers - algemeen
2.1.1. Stemrecht
Alleen belijdende leden zijn stemgerechtigd.
2.1.2. Regels voor het stemmen
Stemming geschiedt volgens de algemene regels voor besluitvorming zoals neergelegd in Ordinantie 4-5. De stemming geschiedt schriftelijk uit door de stemgerechtigde leden van de gemeente voorgedragen kandidaten.
2.1.3. Stemmen bij volmacht
Er kan bij volmacht worden gestemd, met dien verstande dat niemand meer dan twee gevolmachtigde stemmen kan uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden gevolmachtigde stemmen kunnen uitbrengen.
De volmachten zijn schriftelijk en ondertekend en worden van te voren aan de kerkenraad getoond.
§ 2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen
2.2.1. De verkiezing van ouderlingen en diakenen vindt in de regel één keer in de twee jaar plaats in de maand april. Wanneer een vacature voortduurt of wanneer er tussentijdse vacatures ontstaan, kunnen ook tussentijds verkiezingen worden gehouden.
2.2.2. Uitnodiging voor aanbevelingen en voor stemmen.
De uitnodiging tot het doen van aanbevelingen, genoemd in ordinantie 3-6-2, wordt tenminste twee weken voordat de verkiezing plaats vindt, door de kerkenraad gedaan.
2.2.3. De kerkenraad maakt aan de hand van de gedane aanbevelingen een verkiezingslijst op met daarop de namen van de verkiesbare gemeenteleden die door tien of meer stemgerechtigde gemeenteleden zijn aanbevolen of die door de kerkenraad zijn voorgedragen. De aanbevelingen gaan vergezeld van een vermelding bij elke aanbevolene van het ambt waarvoor de aanbevolene in aanmerking komt. Doopleden kunnen wel gekozen worden maar zullen dan wel in de bevestigingsdienst belijdenis moeetn doen.
2.2.4. Indien de verkiezingslijst meer namen telt dan het aantal vacatures voor dat ambt, vindt verkiezing plaats tijdens een vergadering van stemgerechtigde leden. Indien het aantal kandidaten niet groter is dan het aantal vacatures, worden de kandidaten verkozen verklaard.
2.2.5. Alle ambten zijn opengesteld voor zowel mannen als vrouwen.
§ 2.3. Verkiezing van predikanten
2.3.1. De verkiezingvan een predikant geschiedt overeenkomstig het bepaalde in ordinantie 3-4-5.
2.3.2 Uitnodiging om te stemmen. De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste twee weken voordat de verkiezing plaats heeft door de kerkenraad gedaan.
§ 3. De werkwijze van de kerkenraad
3.1. De kerkenraad heeft onder behoud van zijn uiteindelijke verantwoordelijkheid een deel van zijn taak toevertrouwd aan het breed moderamen, hierna te noemen de kleine kerkenraad, De Kleine Kerkenraad bereid beleidszaken voor en geeft een stemadvies aan de Grote Kerkenraad. De Grote Kerkenraad toets dit advies waarna het in stemming wordt gebracht. De Grote kerkenraad kan daarbij de Kleine kerkenraad verzoeken opnieuw onderzoek te doen en om een nieuw stemadvies vragen. Uiteraard kan de Grote kerkenraad ook voorstellen aannemen of verwerpen. Daarnaast besluit de Kleine Kerkenraad over operationele zaken. Ze informeert de Grote Kerkenraad d.m.v. verslaglegging. De Kleine Kerkenraad vergadert minimaal 8 keer per jaar. De Grote Kerkenraad minimaal zes keer per jaar. De Kleine Kerkenraad bestaat (minimaal) uit: voorzitter kerkenraad, scriba, 1 Kerkrentmeester, 1 diaken, 1 ouderling, predikant.
3.2. De vergaderingen van de kerkenraad worden tenminste drie dagen van te voren aangekondigd door het moderamen, onder vermelding van de zaken, die aan de orde zullen komen (de agenda).
3.3. Van de vergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in de eerstvolgende vergadering door de kerkenraad wordt vastgesteld.
3.4 Openbaarmaking besluiten.
Niet vertrouwelijke besluiten, genomen in de vergadering van de kerkenraad, worden hetzij schriftelijk in het kerkblad, hetzij door een mondelinge mededeling binnen een redelijke termijn aan de gemeente bekend gemaakt.
3.5. Verkiezing Kline kerkenraad.
De in ordinantie 4-8-2 genoemde jaarlijkse verkiezing van de Kleine Kerkenraad geschiedt in de regel in de vergadering in de maand juni.
3.6. Plaatsvervangers
In de vergadering, genoemd in artikel 3.5 worden de plaatsvervangers van de preses en de scriba aangewezen.
3.7. De gemeente kennen en horen over:
In de gevallen dat de kerkorde voorschrijft, dat de kerkenraad de gemeente kent in een bepaalde zaak en haar daarover hoort, belegt de kerkenraad een bijeenkomst met de (desbetreffende) leden van de gemeente.
* Deze bijeenkomst wordt aangekondigd in het kerkblad, dat voorafgaande aan de bijeenkomst verschijnt
* en wordt afgekondigd op tenminste twee zondagen die aan de bijeenkomst voorafgaan. In deze berichtgeving vooraf maakt de kerkenraad kenbaar over welke zaak de kerkenraad de gemeente wil horen.
3.8. Toelating tot de vergaderingen.
De kerkenraad kan, zo gewenst, besluiten dat gemeenteleden als toehoorder tot vergaderingen toegelaten worden. Tenzij de kerkenraad besluit een zaak in beslotenheid te behandelen.
3.10 Het lopend archief van de kerkenraad berust bij de scriba, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van de het college van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van ordinantie 11-2-7 sub g. (B.)
3.11. De kerkenraad laat zich in zijn arbeid bijstaan door de navolgende organen/personen binnen de gemeente:
- ¥ Contactpersonen
- ¥ Evangelisatieouderling
- ¥ Jeugdraad
- ¥ Zendingscommissie
Nadere bepalingen over de samenstelling, benoeming en opdracht van de organen, de contacten tussen kerkenraad en de werkwijze van de groepen, de rapportage aan de kerkenraad e.d., worden in onderling overleg vastgesteld. Dit met voorkeur dat die als bijlage aan deze plaatselijke regeling is gehecht.
§ 4. Besluitvorming
De besluitvorming in de kerkelijke lichamen, kerkenraad, college van kerkrentmeesters en het college van diakenen, is opgenomen in ordinantie 4 van de kerkorde en vraagt geen verdere uitwerking en
toelichting.
§ 5. De kerkdiensten
5.1. Plaats en aantal kerkdiensten. De kerkdiensten worden volgens een door de kerkenraad vastgesteld rooster gehouden in de Gereformeerde Kerk, Drostenraai 41 Te Noordscheschut.
Bij gezamelijke diensten met de andere plaatselijke kerken kan de plaats en locatie afwijken.
5.2. De Heilige Doop is een instelling van Jezus Christus om ons en onze kinderen in Zijn verbond te verzegelen. Daarom behoren de kinderen van de gemeente als erfgenamen van Gods Rijk gedoopt te wezen.
* Bij de bediening van de doop aan kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.
* De Heilige Doop wordt bediend op vastgestelde Doopzondagen. Er wordt doopcatechese voor de ouders gehouden in de weken voorafgaande aan de doop. Hierbij zijn de voorganger en de wijkouderling(en) aanwezig. Kan één der ouders/verzorgers niet volmondig de doopvragen beantwoorden, dan kan aan haar/hem gevraagd worden, d.m.v. een aangepaste vraag, of men de keuze van hun partner respecteerd, en te vragen of men hun partner wil steunen bij haar/zijn christelijke opvoeding van hun kind.
Na de doop volgt er één keer per jaar een gezamenlijke avond over geloofsopvoeding.
De kerkenraad legt het initiatief voor de Heilige Doop nadrukkelijk bij de ouders neer.
* Onze kerk staat in de traditie van de kinderdoop en hecht daaraan.
De mogelijkheid om in plaats daarvan een pasgeborene te zegenen, wordt niet aangeboden als gelijkwaardig alternatief maar er wordt op verzoek van ouders wel ruimte voor gegeven.
Bij voorkeur gebeurt dit opdragen in het midden van de gemeente.
* De doop is een eenmalig gebeuren. Herdopen is dan ook geen optie
Het avondmaal en de openbare geloofsbelijdenis zien we als persoonlijke doopbevestigingen.
Ten aanzien van vragen over andere manieren van doopbevestiging en vragen rondom de doop door onderdompeling maakt de kerkenraad vooralsnog geen keus, maar zal ze naar bevind van zaken handelen, in gesprek met de betrokkenen.
5.3. Tot de deelname aan het Heilig Avondmaal, welke Jezus Christus zelf heeft ingesteld, worden alleen belijdende leden toegelaten. Ook gasten die in hun eigen gemeente belijdenis hebben afgelegd zijn van harte uitgenodigd.
§ 6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden - kerkrentmeesterlijk
6.1.1. Omvang van college van kerkrentmeesters. Het college van kerkrentmeesters bestaat uit 2 kerkrentmeesrers en en vijf assistent- leden.
6.1.2. Kerkrentmeesters – niet ouderling. Van het aantal kerkrenmeesters is de meerderheid ouderling. Er zijn tenminste twee ouderling-kerkrentmeester.
Alleen ouderling- kerkrentmeesters behoren tot de kerkenraad.
6.1.3. Het college van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van het college. Indien gewenst kan de administrerend kerkrentmeester zich laten bijstaan door een benoemde administrateur. Op hem is het bepaalde in ordinantie 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing. De verkiezing van de voorzitter, secretaris en penningmeester geschiedt eens per jaar in de maand juni.
6.1.4. Plaatsvervangers. In de vergadering genoemd in 6.1.3, worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.
6.1.5. De adminstratie. Het collge van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van het college.
6.1.6 De bevoegdheden van de penningmeester. De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente, met in achtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting. De betalingen worden inde vergaderingen van het college betaalbaar gesteld.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter/secretaris op als diens plaatsvervanger.
6.2. De vermogensrechtelijke aangelegenheden - diaconaal
6.2.1. Omvang college van diaken. Het college van diakenen bestaat uit zes leden.
6.2.2. Verkiezing van voorzitter, secretaris en penningmeester.
De verkiezing van de voorzitter, secretaris en penningmeester geschiedt eens per jaar in de maand juni.
6.2.3 Plaatsvervangers Verkiezing van voorzitter, secretaris en penningmeester, genoemd in 6.2.2 worden de plaatsvervangers van de voorzitter en scretaris aangewezen.
6.2.4. Betalingen.
Het collge van diakenen wijst uit zijn midden een administrerend diaken aan, die belast wordt met de boekhouding van het college.
6.2.5 Bevoegdheden van de penningmeester. De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de diaconie, met in achtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting.
Bij afwezigheid van de penningmeester treedt de voorzitterop als diens plaatsvervanger.
Indien gewenst kan de administrerend diaken zich laten bijstaan door een benoemde administrateur. Op hem is het bepaalde in ordinantie 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing.
§ 6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden - begrotingen, jaarrekeningen, collecterooster
6.3.1. Het in de gelegenheid stellen van gemeenteleden hun mening kenbaar te maken over begroting en jaarrekening.
Jaarlijks dienen de colleges van kerkrentmeesters en diakenen hun concept jaarrekeningen en begrotingen in bij de kerkenraad.
Voor de vaststelling dan wel wijziging van de begroting en voor de vaststelling van de jaarrekening worden deze stukken beschikbaar gesteld na een kerkdienst.
De volledige stukken kunnen gedurende een week worden ingezien. Bij de publicatie worden de tijd en de plaats vermeld. De leden worden tevens in de gelenheid gesteld hun mening kenbaar te maken in een gemeentevergadering.
§ 6.4. Overige taken van kerkrentmeesters en diakenen
In deze paragraaf worden nog een aantal vermeldingen van de kerkrentmeesters en de diakenen in de ordinanties bij de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland genoemd, bedoeld om een indruk te geven van de taken, die in de kerkorde zijn toegedacht aan het college van kerkrentmeesters respectievelijk diakenen en die in de vorige paragrafen van deze regeling nog niet zijn genoemd.
I. Kerkrentmeesters
Ordinantie 3
Artikel 5. Beroepen van predikanten
3. Bij de beroepsbrief behoort een aanhangsel met de schriftelijke opgave van de toegezegde inkomsten en rechten. Dit aanhangsel wordt ondertekend door de preses en de scriba van de kerkenraad en door de voorzitter en de secretaris van het college van kerkrentmeesters.
Artikel 10
2. Aan de ouderlingen die in het bijzonder zijn aangewezen tot kerkrentmeester, is bovendien toevertrouwd:
- - de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard,
- - het bijhouden van de registers van de gemeenteleden in het landelijk LRP systeem van de PKN.
En van doopboek en het trouwboek mar ook het bijhouden van het register van de bij de GKNN gezegende kinderen.
Artikel 28
2. De kerkelijke medewerkers worden benoemd door of vanwege de ambtelijke vergadering of het kerkelijke lichaam onder verantwoordelijkheid waarvan zij werkzaam zijn.
Een kerkelijke medewerker wordt aangesteld door het college van kerkrentmeesters.
Ordinantie 4
Artikel 8
5. De kerkenraad stelt telkens voor een periode van vijf jaar een beleidsplan op, na daarover overleg te hebben gepleegd met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente.
Ordinantie 5
Artikel 6.
2. De kerkmusicus wordt benoemd door de kerkenraad na overleg met het college van kerkrentmeesters, bij voorkeur uit leden van de kerk. De aanstelling geschiedt door het college van kerkrentmeetsers.
Artikel 7.
- 1. Ten behoeve van de zorg voor de kerkgebouwen en de goede gang van zaken tijdens de kerkdiensten kunnen de kerkrentmeesters zich laten bijstaan door een koster.
- 2. De koster wordt benoemd door de kerkenraad op voordracht van het college van kerkrentmeesters, bij voorkeur uit de leden van de kerk. De aanstelling van de koster geschiedt door het college van kerkrentmeesters.
Artikel 8. Het kerkgebouw
- 1. De zorg voor de kerkgebouwen en de goede gang van zaken daarin tijdens de kerkdiensten berust bij het college van kerkrentmeesters.
- 2. Over de inrichting van de kerkgebouwen beslist de kerkenraad, gehoord het orgaan van de kerk dat op dit terrein werkzaam is.
- 3. De kerkgebouwen worden door het college van kerkrentmeesters in overleg met de kerkenraad bij voorrang beschikbaar gesteld voor gemeentelijke en kerkelijke doeleinden.
II. Diakenen
Ordinantie 3
Artikel 11. Het dienstwerk van de diakenen
1. Tot opbouw van de gemeente met het oog op haar dienst in de wereld is aan de diakenen toevertrouwd:
- - de ambtelijke tegenwoordigheid in de eigen kerkdiensten;
- - de dienst aan de avondmaalstafel;
- - het mede voorbereiden van de voorbeden;
- - het inzamelen en besteden van de liefdegaven;
- - het toerusten van de gemeente tot het vervullen van haar diaconale roeping;
- - het verlenen van bijstand, verzorging of bescherming aan hen die dat behoeven;
- - het nemen of ondersteunen van initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van het maatschappelijk welzijn;
- - het dienen van de gemeente en de kerk in haar bemoeienis met betrekking tot sociale vraagstukken en het aanspreken van de overheid en de samenleving op haar verantwoordelijkheid dienaangaande;
- - het beheren van de financiële zaken die bestemd zijn voor het diaconaat
- - en zo zij daartoe geroepen worden, het dienen van de kerk in de meerdere vergaderingen.
Ordinantie 4
- Artikel 8. Werkwijze.
5. De kerkenraad stelt telkens voor een periode van 5 jaar een beledisplan op, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. Elk jaar pleegt de kerkenraad met dezelfde colleges en organen overleg over eventuele wijziging van het beleidsplan.
Ordinantie 7
Artikel 3. De viering van het Heilig Avondmaal
1. Het Heilig Avondmaal wordt bediend door een predikant of bevoegd kerkelijk werker waarbij de diakenen aan de Avondmaalstafel dienen en de ouderlingen medeverantwoordelijkheid dragen.
De bediening geschiedt op de wijze die door de kerkenraad is vastgesteld en met gebruikmaking van één van de orden uit het Dienstboek van de PKN.
Alleen belijdende leden hebben toegang tot het Heilig Avondmaal. Ook gasten die in hun eigen gemeente belijdenis hebben afgelegd zijn van harte uitgenodigd.
Ordinantie 8
Artikel 3. De diaconale arbeid
- 3. De diaconale zorg in de gemeente en in haar omgeving krijgt gestalte in het leven van de leden van de gemeente, die worden opgewekt tot onderling dienstbetoon, tot voorbeden en tot de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid in de wereld, als ook in de arbeid die door en onder leiding van de diakenen wordt verricht.
- 4. De gemeente vervult haar diaconale opdracht elders in de wereld met behulp van en onder leiding
van de diakenen en, in samenwerking met de daartoe aangewezen organen van de kerk, met inachtneming van het bepaalde in ordinantie 14.
Identiteit en missie
Identiteit
De GKNN valt onder de Protestantse Kerk in Nederland en als gemeente weten wij ons onderdeel van het ene lichaam van Jezus Christus. Wij staan in de protestantse traditie en hebben onze plaats in het geheel van de Protestantse Kerk Nederland. Wij willen ons richten naar de Bijbel als Gods Woord zoals is weergegeven in de gereformeerde belijdenisgeschriften.(de drie algemene belijdenisgeschriften en de drie formulieren van enigheid) In respect en verbondenheid met elkaar weten wij ons één gemeente in Christus. Een gemeente die onderweg is, en daar waar mogelijk verbinding zoekt, en openstaat voor de ander. In de erediensten staat de boodschap van Jezus Christus centraal en waarin ruimte is voor Gods Heilige Geest.
Missie
De GKNN wil handelen naar het Woord van God.
Als onderdeel van de wereldwijde kerk van Jezus Christus wil zij dit doen door:
- - samen te komen in erediensten en in andere vormen van ontmoeting, die de gemeenschap met Christus en met elkaar versterken;
- - een missionaire en diaconale gemeente te zijn;
- - een gastvrije gemeente te zijn, waar men zich geborgen weet en elkaar ruimte geeft;
- - het stimuleren van ontmoetingen tussen de gemeenteleden onderling en de plaatselijke kerken. Dit in het bijzonder met de Hervormde Gemeente De Brug daar wij beiden deel uit maken van de PKN
Vaststelling en wijzinging van de plaatselijke regeling.
Overige Bepalingen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van de kerkenraad van 20 december te Nieuweroord/Noordscheschut.
Dhr. ….. preses Mw. ….., scriba
(aan te bevelen)
Bijlagen.
- Wijkindeling
- Rooster van aftreden ambtsdragers (bij 2.2)
- Beleidsplan (2019-2024)