Korte toelichting bij de Plaatselijke Regeling
Korte toelichting bij de Plaatselijke Regeling (PR) voor de Gereformeerde Kerk Nieuweroord Noordscheschut.
(In concept, vastgesteld door de kerkenraad op 20 oktober 2016 en
is vanaf 1 januari 2017 geldig).
Algemeen
In de ordinanties voor de Protestantse Kerk in Nederland wordt op diverse plaatsen bepaald, dat zaken door een gemeente of haar kerkenraad binnen de kaders van de kerkorde zelf geregeld dienen te worden.
In de kerkelijke praktijk wordt hiervoor het begrip ‘plaatselijke regeling’ gebruikt.
Alle gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland dienen een dergelijke plaatselijke regeling op te stellen.
Het kerkordeartikel, dat over de plaatselijke regeling handelt, is Ordinantie 4 artikel 7.
Dit artikel duidt de plaatselijke regeling aan als ‘regelingen ten behoeve van het leven en werken van de gemeente’ en stelt dat deze regelingen ten minste zijn:
1. Regeling voor de verkiezing van ambtsdragers (ook genoemd in Ordinantie 3, art. 2);
2. Regeling voor de wijze van werken van de kerkenraad;
3. Regeling voor het beheer van de vermogensrechtelijke aangelegenheden.
In de kerkorde zijn allerlei regels voor het leven en werken van de gemeente te vinden.
A. Bepalingen waarin een zaak voor alle gemeenten uniform is geregeld (bijvoorbeeld dat ouderlingen en diakenen maximaal 12 aaneengesloten jaren ambtsdrager kunnen zijn).
B. Bepalingen die van de gemeente uitdrukkelijk vragen een bepaalde zaak zelf te regelen en waarvoor de gemeente dus een verplichte keuze moet maken (bijvoorbeeld de wijze waarop de gemeente wordt gekend en gehoord).
C. Bepalingen die aangeven dat een gemeente de vrijheid heeft om al dan niet van een geboden mogelijkheid gebruik te maken en die dus optioneel zijn (bijvoorbeeld de mogelijkheid om bij volmacht te stemmen bij een verkiezing.