De tien basisprincipes binnen de GKNN
We hebben, als GKNN, een concreet doel voor ogen. Onze gemeente wil ongelovigen helpen om een toegewijd volgeling van Jezus Christus te worden en gelovigen helpen om te groeien in geloof, gemeenschap en Geest en daarin een levende relatie met Jezus Christus te onderhouden (zie de visie). Daarvoor zijn een aantal dingen belangrijk. Wij noemen dat de tien basisprincipes die volgens ons ‘voorwaarden’ zijn om als gemeente aan ons doel te beantwoorden. Ze zijn niet bedacht door mensen, maar komen rechtstreeks uit het Woord van God en daarom geloven we dat deze tien basisprincipes fundamenteel zijn voor onze Bijbelse manier van gemeente zijn.
In onze gemeente gaan wij uit van de volgende basisprincipes:
- 1. De Bijbel, het onfeilbare Woord van God, is de enige basis voor het geloof.
De centrale elementen van het Evangelie behoren op een heldere en duidelijke wijze verwoord te worden. De Bijbelse waarheden staan niet ter discussie en daarom dienen we daaraan vast te houden. We streven ernaar om iedere hindernis, die mensen kan verhinderen met deze waarheden kennis te maken, weg te nemen. De Bijbel vertelt ons dat vele mensen niet willen weten van het kruis van Christus. Dit is een stimulans voor ons om door te gaan met het prediken van de gekruisigde en opgestane Heere Jezus Christus. Naast deze prediking vragen wij in ons gebed dat God hen nieuwe harten zal schenken (1 Korinthe 2:2).
Het Woord van God dat we verkondigen is een boodschap met inhoud en bestemd voor alle mensen. Het is onze taak om deze boodschap op een praktische manier uit te leggen aan onze medemensen. Het Woord gaat in op de diepste vragen en verlangens die bij de hedendaagse mens leven. De Bijbel verlangt daarom van ons om een zuivere, op Bijbelse grondslag functionerende gemeente te zijn die pal staat voor Zijn boodschap en er ook hard aan werkt om die, op een zo goed mogelijke manier, over te brengen aan niet-gelovige mensen. Hoewel dit ons streven is, erkennen wij dat wij als gemeente dit doel nooit ten volle zullen bereiken, omdat we als gemeente nog deel uitmaken van een gebroken wereld.
- 2. Een vitale gemeente kenmerkt zich door een oprecht geloofsleven.
Volledige toewijding aan Christus en Zijn gemeente is de roeping voor iedere gelovige. Geloven is geen kwestie van “plichten” maar van een hartelijke en levende geloofsrelatie met God door Jezus Christus. Geloven is relevant voor het dagelijkse leven. Het dienen van de Heere heeft een blijde en enthousiaste plaats ingenomen in het leven van een Christen (Handelingen 2:46-47). Volgelingen van Jezus Christus weten zich geroepen tot een blijvend proces van transformatie (levensverandering, heiliging).
- 3. Toerustend leiderschap is van groot belang voor een Bijbelse gemeenteontwikkeling.
Gemeenteleden zijn geen helpers van de voorganger, maar worden toegerust, ondersteund, gemotiveerd en begeleidt om de plaats in te nemen die God voor hen bedoeld heeft. Leiders dienen te investeren in de toerusting van medegelovigen tot dienstbetoon.
“En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen.” (2 Timotheüs 2:2 HSV).
- 4. Gavengerichte taakvervulling binnen de gemeente.
Het ontdekken en gebruiken van geestelijke gaven is de manier om het “priesterschap van alle gelovigen” in praktijk te brengen (Romeinen 12). Niet de leiders bedenken taken en zoeken vervolgens vrijwilligers, maar God geeft iedere gelovige zijn of haar specifieke gaven tot opbouw van het lichaam van Christus. Het gaat hier niet om spectaculaire en buitengewone gaven, maar om een geestelijke gave die God aan iedere gelovige geeft. Het is de taak van de leiders om de gemeenteleden te helpen die gave te ontdekken, die God hen gegeven heeft, en een taak te zoeken die bij deze gave past. Op deze wijze kunnen hele “gewone” gelovigen door de kracht van God buitengewone prestaties verrichten.
- 5. Een Bijbelse gemeente kenmerkt zich door doelmatige structuren.
Doelmatige structuren zijn belangrijk. Het gaat om structuren die een voortdurende vermenigvuldiging van het werk mogelijk maken. Structuren die onpraktisch, belemmerend of demotiverend zijn, zullen worden vernieuwd of veranderd. Zodoende voorkomt men verkalking en verstarring.
- 6. De gemeente komt samen in inspirerende samenkomsten.
Het woord inspirerend is afgeleid van het Latijnse woord “inspiratio” wat letterlijk betekent: geïnspireerd door Gods Geest.
Overal waar de Heilige Geest werkt, heeft dat concrete gevolgen voor zowel de vormgeving van de samenkomst als de sfeer die je er proeft. Dan zullen de mensen de dienst als waardevol beschouwen en niet het gevoel hebben dat er allerlei rituele handelingen en plichtplegingen worden afgedraaid.
Een inspirerende dienst is geen prestatie van mensen. God heeft echter wel beloofd door de zuivere verkondiging van het Evangelie in de harten van mensen te werken door Zijn Heilige Geest.
Een dienst waarin de Heilige Geest van God werkt, vraagt om een zuiver en rechtvaardig hart! (Filippenzen 4:8) Daarom proberen we om alles zo goed mogelijk te regelen en te verzorgen. Een smaakvolle aankleding van de ruimte, een goede organisatie van de diensten, een goede manier van leidinggeven en een doordachte volgorde van de diverse bijdragen en activiteiten zijn zaken die hierbij van belang zijn.
- 7. Groeizame huiskringen (de gemeente in zijn kleinste vorm).
Mensen krijgen via de huiskringen de mogelijkheid om in hun eigen omgeving in contact te komen met andere gelovigen uit de drie samenwerkende gemeenten in Nieuweroord en Noordscheschut (de Christelijk Gereformeerde Kerk, de Hervormde Gemeente en de GKNN).
Naast onderwijs vanuit een Bijbelgedeelte is er ruimte voor ontmoeting, gebed en onderlinge gemeenschap (1 Thessalonicenzen 5:11).
In deze huiskringen kunnen christenen op natuurlijke wijze leren andere gelovigen en niet-gelovigen te dienen met hun gaven (Handelingen 2:46-47).
Een huiskring is een gemeente “in zijn kleinste vorm”. In deze kring is er ruimte voor een ieder om zich thuis te voelen en zichzelf te zijn. Hierdoor kunnen de kringen groeien in geloof en zich ontplooien binnen de gemeenten. Daarbij is het onze visie, dat de pastorale en diaconale zorg die we in de gemeente kunnen bieden primair via deze kringen zal gaan lopen. Door de aard van de kringen ontstaat er een grote wervende kracht, waardoor het mogelijk wordt dat kringen zich na verloop van tijd kunnen splitsen en vermenigvuldigen. Zo krijgt ieder lid van de gemeente de gelegenheid om in zijn of haar woonplaats samen te komen om de kern van gemeente-zijn in praktijk te brengen (Romeinen 16:3-5). Zo kan de gemeente functioneren als een hechte, liefdevolle gemeenschap van gelovigen die hun geestelijke gaven inzetten ten behoeve van de ander.
- 8. Een levende gemeente is een evangeliserende of missionaire gemeente!
Mensen die God (nog) niet kennen of niet (meer) willen dienen gaan God wel aan het hart. Daarom is het onze opdracht om moeite te doen om met deze mensen in contact te komen en hen de weg te wijzen naar Jezus Christus en Zijn verzoening (Lukas 15).
Wij geloven dat de beste manier van evangelisatie, relatiegerichte evangelisatie is. Iedere gelovige is door zijn eigen handel en wandel een leesbare brief van Christus aan de niet-kerkelijke (2 Korinthe 3:3).
Door persoonlijke contacten en liefdevolle relaties kan onze niet-kerkelijke vriend of vriendin kennis maken met God, de Bijbel en het christelijk geloof. Dit kan dan op Gods tijd, en door de werking van de Heilige Geest, leiden tot een geloofsrelatie met God door Jezus Christus. Op deze wijze kan iedere gelovige een getuige zijn!
Naast relatiegerichte evangelisatie organiseren wij, als GKNN, ook allerlei activiteiten om mensen in contact te brengen met de rijke boodschap van de Bijbel. Voorbeelden van deze activiteiten zijn: Bijbelstudie-avonden, groot-huisbezoekavonden, laagdrempelige zangdiensten, koffieochtenden, cursussen enz.
- 9. Gezonde, liefdevolle onderlinge verstandhoudingen zijn essentieel voor het geestelijk leven in de gemeente (Psalm 133).
Liefde die op een geloofwaardige wijze in praktijk wordt gebracht geeft de gemeente een grote, door God zelf bewerkte uitstraling. In deze tijd van liefdeloosheid willen mensen ervaren hoe de christelijke liefde werkt in het leven van alledag. In de Bijbel is liefde een vrucht en een handeling (1 Korinthe 13). Wanneer liefdebetoon onder de maat blijft, wordt de ontwikkeling van de gemeente ernstig geblokkeerd.
- 10. De gemeente dient zich in overeenstemming met deze tijd en cultuur te openbaren zonder daarbij haar Bijbels fundament te verliezen.
De gemeente moet cultureel relevant en tegelijkertijd 100% Bijbelgetrouw zijn! In de GKNN mogen culturele variaties bestaan. Tradities zijn niet onbelangrijk. Wie niet wil leren van het verleden zal de geschiedenis over moeten doen, zal het heden niet kunnen begrijpen en is niet klaar voor de toekomst. Tradities mogen echter nooit tot dogma verheven worden. Paulus verdedigt deze Bijbelse opvatting in 1 Korinthe 9:20-22 met de woorden: “Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden”. Ook de apostelen worstelden met vragen over cultuur en fundament (Handelingen 10 en 11). De Bijbel stelt grenzen, waarden en normen. De Bijbelse norm staat boven de culturen en tradities. Maar op die basis kunnen en mogen culturele variaties bestaan. Als ze niet tegen de Bijbel zijn, betreft het een traditie die als zodanig niet hoeft te verdwijnen, maar ook niet aan anderen mag worden opgelegd (Handelingen 15).
In Openbaring 21:24-26 lezen we dat de “heerlijkheid en eer” van de volken (culturen) zullen worden ingebracht in het nieuwe Jeruzalem. Als het gaat om culturele verschillen tussen bestaande gemeenten dan is de vergadering van de apostelen in Jeruzalem (Handelingen 15) ons tot voorbeeld.